Handleiding voor het planten van bloemenzaden

Handleiding voor het planten van bloemenzaden
Bezig met laden...
Handleiding voor het planten van bloemenzaden

Bloemenzaden planten

Bloemenzaden zijn mooie bloemen voor in je tuin, maar ook geschikt als snijbloemen voor in huis! Weet je niet waar je moet beginnen? We helpen je graag op weg naar een prachtige bloemen pluktuin.

De plek
Zoek een zonnige plek met minimaal 6 uur volle zon per dag, die bescherming biedt tegen harde wind.

Timing
Kies een droge of licht regenachtige dag, zaai niet bij zware regen of op warme dagen om te voorkomen dat het zaad wegspoelt of uitdroogt. Begin niet eerder dan wanneer de kans op nachtvorst is verdwenen (meestal half mei).  Sommige zaden kunnen al kiemen bij 12-15 graden maar de meeste zaden kiemen pas als het een graad of 17-20 is. Sommige soorten zijn wel winterhard en kunnen wat eerder worden gezaaid, zie hiervoor de verpakking of onze website. Als de dagen nog te koud zijn in het voorjaar, stel dan het direct buiten zaaien nog even uit. Door de zaden voor te zaaien in een tray in huis of in een kasje kan je de bloei vervroegen.

Voorbereiden
Schoffel de bovenlaag van de grond zodat deze los is, onkruidvrij en regelmatig zonder kluiten of stenen. Span eventueel lijntjes boven de aarde waar je wilt gaan zaaien. Maak met een stok of steel van de hark 2 of 3 ondiepe geultjes van ca 0,5 cm diep waar de zaden in kunnen. Zorg ervoor dat je tussen de geultjes ruimte overhoudt om te lopen (ca. 25 cm). Als je de zaden in een geultje zaait, kan je straks makkelijker zien waar je gezaaid hebt en wat de zaailingen zijn en wat het onkruid. Handig bij het wieden of schoffelen!

Bemesten
Mocht de grond in je tuin wel wat mest of compost kunnen gebruiken strooi dit dan al in de wintermaanden of uiterlijk in april zodat de wormen, vogels en regen het door de grond werken. Als je dit net voor het planten doet, is de mest te scherp voor de kleine zaailingen. Het lavameel en de organische meststof die wij verkopen, kan je wel tijdens het planten toevoegen. Lavameel is 100% biologisch en bevat veel minerealen die het bodemleven verbeteren en de plant versterken.

Water geven     
Zaden kiemen het beste in een vochtige omgeving. Maak de grond dus altijd eerst vochtig vὸὸrdat je gaat zaaien. De zaden plakken dan goed aan de grond waardoor ze het beste kiemen. Geef je net geplante zaadjes geen water met een gieter of slang, daarmee spoel je ze op een hoopje. Gebruik na het planten eventueel een plantenspuit om wat extra vocht toe te voegen.

Zaaien
Als de zaden groot genoeg zijn om ze afzonderlijk op te rapen, plaats je ze met de hand in het geultje of steek ze op hun zij in de grond, zo’n 1 à 2 centimeter diep.  Als ze klein zijn, haal het zaad dan altijd eerst uit het zakje en doe ze in een kommetje of in een zaad dispenser. Neem dan een kneepje zaad tussen duim en vinger en laat ze zo dun mogelijk in het geultje vallen. Zo kun je gerichter zaaien. Anders zaai je te onregelmatig en dik. Dat bespaart je straks werk als je moet gaan uitdunnen. Hele kleine zaden kan je ook mengen met los zand zodat je ze makkelijker en gelijkmatiger kunt verspreiden.

Toedekken        
De gouden regel is zaadgrootte is gelijk aan de hoeveelheid zand erop, heel weinig dus. Dit is waar het vaak fout gaat: plant de zaden dus nooit te diep! Ze hebben warmte van de zon nodig, anders kiemen ze niet. Een dun laagje zand is vaak al genoeg. Tip: gebruik een zeef om voorzichtig zand toe te voegen. Druk de grond slechts heel lichtjes aan.

Labelen
Schrijf de soortnaam op een label, zodat je weet wat je hebt gezaaid en wanneer, en steek het in het begin van het bloembed.

Verzorging

Onkruid wieden              

Verwijder regelmatig het onkruid met de hand of voorzichtig met een kleine schoffel. Schoffel het liefst bij droog weer, zodat het onkruid snel uitdroogt en afsterft. Als het onkruid te groot wordt, kunnen ze je bloemen overwoekeren en daardoor laten sterven. Ook zal het onkruid zelf weer gaan uitzaaien. Wied in het voorjaar regelmatig, dat scheelt veel werk in de zomer.

Water geven

Zaden en jonge plantjes hebben lichtvochtige grond nodig om te kiemen, te groeien en wortels te maken. Check dus regelmatig of ze water nodig hebben. Planten die al wat groter zijn, hebben grotere wortels en zullen dus minder snel last hebben van de droogte. Geef altijd in de ochtend- of avonduren water om bladverbranding door de zon te voorkomen en de bodem en planten de tijd te geven het water op te nemen. Geef daarom ook altijd water onderaan de plant, niet op de bladeren. Je kunt beter één of twee keer per week veel water geven dan iedere dag een beetje. De wortels zullen dan meer moeite doen om beneden in de grond het water op te nemen. Dit maakt je plant sterker en weerbaarder tegen droogte.  Gebruik een gieter of waterslang met broeskop zodat de grond en de jonge plantjes niet worden weggespoeld.

Uitdunnen
De zaden groeien al snel uit tot kleine plantjes. Om de zaailingen de ruimte te geven om te groeien, dun je de plantjes uit. Dat lijkt een beetje zonde, maar is wel noodzakelijk. Pak ze heel voorzichtig aan de blaadjes, niet aan de steeltjes en zet ze op een andere plek of geef of gooi ze weg als je geen plek meer hebt. Druk de grond daarna stevig aan en geef voorzichtig water.

Ondersteunen
Sommige planten kunnen erg hoog worden en daarom wel wat ondersteuning gebruiken. Maak een raster van gaas en stokken voordat je de zaden gaat planten, de planten zullen dan vanzelf door het gaas heen omhoog groeien. Wil je later ondersteuning toevoegen, zet dan wat voorzichtig enkele bamboe stokken tussen de planten.

Oogsten

Dit is waar je het allemaal voor hebt gedaan: tijd om bloemen te plukken! Wees niet te zuinig, door regelmatig te plukken zullen veel  planten blijven groeien, nieuwe scheuten geven en knoppen maken. Als je niet plukt, komen er geen nieuwe bloemen! Wat is er leuker dan een bosje extra te plukken om weg te geven. Gebruik voor het snijden van pluktuin bloemen altijd een schoon, scherp mesje of snoeischaar. Het beste moment om bloemen te snijden is in de ochtend of late avond, als het wat koeler is. Neem een emmertje vers water mee om de bloemen direct na het oogsten in te zetten. Haal met je mesje of snoeischaar de bladeren van het onderste deel van de steel (dat straks in water staat). Strooi de bladeren tussen je planten, dit verteert tot voeding voor de bodem.

 

Tips:     

  • Zaai 2-3 keer achter elkaar, met 2 weken ertussen voor een nog langere oogstperiode.
  • Denk aan de grootte van de plant, in de hoogte én de breedte. Die minuscule zaadjes moeten binnenkort plaats genoeg hebben om te ontwikkelen tot een plant.
  • Wil je liever eerder bloemen in de zomer, dan is voorzaaien een goed idee. Je hebt dan ook betere controle op vijanden zoals muizen en slakken en je kunt de zaailingen gerichter planten op de plekken die jij wilt. Lees hier hoe je te werk gaat.
  • In mildere streken kan vroeger met zaaien worden begonnen, terwijl dat in koudere streken later kan zijn. Lichtere gronden warmen in het voorjaar sneller op en zijn dan klaar om te zaaien, terwijl het zaaien wellicht moet worden uitgesteld in zware, vochtige (klei) gronden, die langer koud blijven. Het kan dus ook afhangen van de temperatuur in het voorjaar.