Ridderspoor wordt ook wel delphinium genoemd. Het zijn hele mooie tekelvormige bloemen. Ze worden hoog, hebben diep gelobde bladen en een lange steel. Dat maakt deze bloem ook ideaal als snijbloemen. Maar hoe moet je delphinium zaaien? Ik vertel je graag hoe ik dat doe.
Ridderspoor zaaien: hoe doe ik dat?
Om met het 'makkelijkste' te beginnen ga ik als eerst Ridderspoor zaaien. Ridderspoor komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Het is een ideale snijbloem voor in de pluktuin. Het kent ongeveer 400 soorten en verschillende kleuren van wit tot roze en van lichtblauw tot donkerpaars. Prachtige bloem om in je tuin te hebben! Maar pas wel op met kinderen en huisdieren, want ridderspoor is giftig.
Wanneer en hoe Ridderspoor planten?
Omdat Ridderspoor van kou houdt, kan voorzaaien al in de herfst, oktober. Maar ook in februari/maart. Ze bloeien ongeveer vanaf juni tot oktober.
Wat heb je nodig?
- stek- en zaaigrond
- vermiculiet
- ridderspoor zaadjes
- zaaitray of p9 potjes (potje 9cm doorsnede)
- gevulde gieter
- labels
- koelkast
Aan de slag...
Ridderspoorzaadjes zijn heel klein en daarom gebruik ik zaai-en stekgrond in combinatie met ongeveer 30% vermiculiet. Vermiculiet is een gepoft mineraal dat lucht doorlatend is en vocht vasthoudt en dat maakt het mengsel met de zaai-en stekgrond ideaal voor een zaadje om te ontkiemen. Ik vul de bak met zaai-en stekgrond en daar voeg ik de vermiculiet aan toe, daarna mix ik dat en dan voel je dat het een luchtige mix wordt. Voeg wat water toe tot je de mix een beetje kan kneden.
Daarna vul ik de tray tot de rand met de mix. Druk zachtjes de grond iets aan en vul nogmaals de tray aan tot de rand. Daar leg je de zaadjes bovenop, ik gebruik er 4 maar in een p9 potje kan je er 6/7 op kwijt. Druk de zaadjes lichtjes aan zodat ze niet van de mix afrollen. Daarna top je je tray of pot af met alleen vermiculiet. Dit zorgt dat het afgedekt is maar nog wel licht doorlaat.
Als je verschillende soorten hebt gebruikt, kan het handig zijn om labels te gebruiken waar je de naam op kan schrijven. Tot slot zet je de tray of pot weg op een koude plek, in de koelkast bijvoorbeeld. Je denkt het af met een plastic deksel of iets anders bijvoorbeeld een zip lock zak, wat maar past. Na 3 weken zie je dat de zaden zijn uitgelopen
Omdat de mix al vochtig is hoef je eerst in de eerste 3 weken nog geen water te geven.
Na die drie weken haal je ze uit de koelkast en zet je ze in een kamer waar het ongeveer tussen de 15-17 graden is, niet in direct zonlicht, dan gaan ze ontkiemen. Zodra de plantjes ongeveer 5 centimeter hoog zijn, kan je ze in een groter potje zetten en buiten afharden. Halverwege mei (na ijsheiligen) kan je ze buiten in de volle grond planten, zorg voor een afstand van ongeveer 30 centimeter tussen de planten.
Ridderspoorzaadjes zijn heel klein en daarom gebruik ik zaai-en stekgrond in combinatie met ongeveer 30% vermiculiet. Vermiculiet is een gepoft mineraal dat lucht doorlatend is en vocht vasthoudt en dat maakt het mengsel met de zaai-en stekgrond ideaal voor een zaadje om te ontkiemen. Ik vul de bak met zaai-en stekgrond en daar voeg ik de vermiculiet aan toe, daarna mix ik dat en dan voel je dat het een luchtige mix wordt. Voeg wat water toe tot je de mix een beetje kan kneden.
Daarna vul ik de tray tot de rand met de mix. Druk zachtjes de grond iets aan en vul nogmaals de tray aan tot de rand. Daar leg je de zaadjes bovenop, ik gebruik er 4 maar in een p9 potje kan je er 6/7 op kwijt. Druk de zaadjes lichtjes aan zodat ze niet van de mix afrollen. Daarna top je je tray of pot af met alleen vermiculiet. Dit zorgt dat het afgedekt is maar nog wel licht doorlaat.
Als je verschillende soorten hebt gebruikt, kan het handig zijn om labels te gebruiken waar je de naam op kan schrijven. Tot slot zet je de tray of pot weg op een koude plek, in de koelkast bijvoorbeeld. Je denkt het af met een plastic deksel of iets anders bijvoorbeeld een zip lock zak, wat maar past. Na 3 weken zie je dat de zaden zijn uitgelopen
Omdat de mix al vochtig is hoef je eerst in de eerste 3 weken nog geen water te geven.
Na die drie weken haal je ze uit de koelkast en zet je ze in een kamer waar het ongeveer tussen de 15-17 graden is, niet in direct zonlicht, dan gaan ze ontkiemen. Zodra de plantjes ongeveer 5 centimeter hoog zijn, kan je ze in een groter potje zetten en buiten afharden. Halverwege mei (na ijsheiligen) kan je ze buiten in de volle grond planten, zorg voor een afstand van ongeveer 30 centimeter tussen de planten.
10 zaailingen per vierkante meter zorgt voor ruim voldoende pluk geluk. Veel succes en plezier!
Over (takkewijf)Laura
Hoi! Mijn naam is Laura en ik ben gastblogger bij FAM Flower Farm. Ik ben zelf groot dahlia fan en vertel over mijn avonturen op mijn Insta-account @takkewijflaura. Het zaaien van bloemzaden is superleuk en vooral een kwestie van proberen en leren. Door het gewoon te doen, gemixt met een beetje geluk én een vleugje humor denk ik een heel eind te komen. Hopelijk kan ik jou ook inspireren om aan de slag te gaan #spreadtheloveforflowers